1. Bouwen aan een groene toekomst
Wie vandaag een huis koopt, wil vooral dat dit een duurzame en toekomstbestendige investering is. Vooral nu het leven - en vastgoed bij uitstek - duurder wordt, willen mensen hun geld inzetten op een woning die op en top geïsoleerd is, die voldoet aan de hoogste EPB-normen of zelfs een stuk strenger, en bij voorkeur ook uitgerust is met zonnepanelen. Door de stijgende populariteit van elektrische voertuigen is een laadpaal in of aan de woning ook steeds vaker een must. Ook groenere manieren van verwarming worden populairder - denk maar aan vloerverwarming (waarmee je een stevig pakje minder verbruikt) of aan warmtepompen (waarmee je jezelf een stuk energie-onafhankelijker kan maken, vaarwel grote stijgingen op je energiefactuur!).
2. Terug naar de kern…
Wie groen wonen zegt, moet ook kernversterking zeggen. Alsmaar meer mensen gaan vandaag op zoek naar een woning in dichtbevolkte dorp- of stadskernen. Waarom dat groener is? Wonen in een dorps- of stadskern is milieuvriendelijker omdat je slechts een blokje om moet wandelen om naar de bakker of supermarkt te gaan, in plaats van dat je daarvoor de auto zou nemen. Bovendien is ook het openbaar vervoer meestal vlakbij, wat nog een extra reden is om die auto vaker te laten staan.
3. … Met voldoende groen of een buurtpark vlakbij
Maar het is niet omdat je in het centrum van een dorp of stad woont, dat je afscheid moet nemen van rustgevend en verkoelend groen in de buurt. Sinds de coronacrisis hechten mensen bovendien veel meer belang aan de nabijheid van groene ruimte voor verkoeling én van collectieve ruimte voor meer sociale ontmoetingen. Daarom kiezen mensen vaker voor een eigen tuin, of op z’n minst voor een woning naast een collectieve tuin of buurtpark. In het geval van dat laatste is men gerust bereid om voor een kleinere tuin te kiezen in ruil voor een grotere publieke ruimte vlakbij de deur. Het zorgt ook voor heel wat leven in de brouwerij: je leert makkelijker je buren kennen, of je kan spontaan je vrienden uitnodigen om samen wat te kletsen in het gras.
4. Flexibel omgaan met ruimte
Ook al is het hoogtij van de coronacrisis vandaag (hopelijk) achter de rug, heeft het één iets opgeleverd dat nog lang zal meegaan: telewerk. Bijna iedereen werkt vandaag nog minstens enkele dagen per week van thuis uit. Maar dat gebeurt niet altijd rimpelloos, zeker als meerdere huisgenoten op dezelfde dag aan telewerk doen. Onze woningen zijn vaak nog niet aangepast aan deze nieuwe manier van werken. Consumenten zijn daarom vragende partij voor het creëren van “slimme”, flexibele ruimtes in een nieuwe woning. Zo kan je de scheiding weghalen tussen keuken en living voor meer bewegingsruimte, of kan een bepaalde kamer ook dienst doen als bergruimte én als een extra bureau waar je even de privacy vindt voor telewerk. Ook de zolderverdieping biedt tal van mogelijkheden: mensen kiezen alsmaar vaker voor een vaste trap naar de zolder – in plaats van de klassieke opvouwbare zoldertrap – zodat ze deze verdieping vlotter kunnen gebruiken als flexibele werkruimte.
5. Het lichaam wil ook wel wat
Voor velen onder ons is een tweede badkamer lang geen overbodige luxe meer. Zo heb je ’s ochtends namelijk geen file meer voor de badkamerdeur! Meer en meer mensen kiezen voor een inloopdouche, in plaats van de klassieke douchecabine die soms wat beklemmend aanvoelt. Meestal kiest men toch voor een model met een douchebak, in plaats van tegels die vanuit de douche doorlopen naar de rest van de badkamer. Populaire keuzes zijn de inloopdouche tussen twee muren, of eentje die langs een kant voorzien is van een glazen wand.
Bron: Bouw & Wonen (2022, 12 juli). Hoe wil de Belg vandaag wonen? De vijf woontrends van 2022. Geraadpleegd op 15 juli 2022, van https://www.bouwenwonen.net/artikel/Hoe-wil-de-Belg-vandaag-wonen-De-vijf-woontrends-van-2022/49125